zaterdag 11 maart 2017

Afvallen in de overgang

Naarmate vrouwen ouder worden komen de kilo's er langzaam bij. De kilo's worden ook wel de overgangskilo's genoemd. Je hoeft er niets voor te doen, je krijgt ze gratis en het gaat bijna ongemerkt. Beetje bij beetje neemt het gewicht toe, tot je tien jaar verder en tien tot vijftien kilo zwaarder bent.



Ik ben mijn leven lang heel dun geweest, een soort luciferdoosje met lucifersbenen en armen. Een spekloos lichaam. Zo'n lichaam waarmee je binnen moest blijven bij windkracht 8 of harder.
Rond mijn 25ste moest ik op een omgekeerd dieet, meer eten en vaker eten om wat aan te komen want ik was te dun. Het maakte niet uit hoeveel en hoe vaak ik at, er kwam geen gram bij. Ik was dun, en ik ging er vanuit dat ik dat altijd zou blijven. 

Vele jaren later bleek dun blijven een utopie. Ook ik viel ten prooi aan het fenomeen overgang, een fase in het leven waarmee veel vrouwen worstelen.
Sinds acht jaar krijg ik er beetje bij beetje kilo's bij. Ik heb mijn best gedaan om een goede relatie met deze kilo's op te bouwen, gewicht camoufleert rimpels als je ouder wordt en dat kan een voordeel zijn. Ondanks het voordeel was ik het drie maanden geleden zat en heb ik de relatie abrupt verbroken.
Ik werd steeds ongelukkiger van de rolletjes hier en daar, van de beperking die begon te ontstaan bij het lakken van mijn teennagels. Ik kreeg moeite met mijn evenwicht bewaren, moest me opeens gaan vasthouden als ik op een been ging staan. Dus toen de weegschaal begin december 2016 een getal aantikte waar ik geen band mee wilde hebben besloot ik dat het anders moest.

Ik ben een band op gaan bouwen met het getal 1500! Dat werd voor mij de meting van de dag. Dagelijks onder de 1500 calorieën blijven en dit volhouden tot er 10 kilo af is (9,9 om precies te zijn). Daarna geef ik mezelf ruimte tot 1800 calorieën.
Het was even wennen, minder eten en anders eten. Maar na een paar weken wist ik niet beter meer. Het maakt niet uit wat je eet, als je maar onder dat magische getal blijft. Het was dus geen optie om bij de koffie in de ochtend een taartpunt te eten, want dan moest ik de rest van de dag hongeren om 's avonds weer een maaltijd te kunnen eten.
Veel groente, veel fruit, veel water en thee. Suiker uit de koffie verbannen en zoveel mogelijk producten zonder suiker eten. Daarnaast proberen om de producten binnen te krijgen die in de schijf van vijf staan. Inmiddels eet ik geen vlees meer, dus dat deel vervangen door vleesvervangers.

Ik ben nu ruim drie maanden verder en zeven kilo lichter! Ik voel me er prima bij, nog iets meer dan twee kilo en dan is het lijnen afgelopen en ga ik me hechten aan 1800. Kleding die ik al lang niet meer aan kon past weer, ik kan probleemloos bukken, mijn sokken aantrekken, mijn teennagels lakken, op een been staan en ben minder kortademig na inspanning.

Ik heb veel kritische blikken gekregen en onbegrip van mensen omdat zij vonden dat ik er prima uitzag. Maar, mag je dan alleen afvallen als anderen vinden dat je te dik bent? Wat is er mis met je BMI iets omlaag willen brengen omdat je een ongemakkelijk gevoel hebt bij je gewicht en al je kleding beetje bij beetje gaat knellen. Het is trouwens goedkoper om af te vallen dan om je kleding garderobe te vernieuwen.
En ik kies niet voor afvallen om een ander een plezier te doen, maar vooral omdat ik zelf vind dat het beter is voor mijn gezondheid. De piek van de overgang moet nog komen, stemmingswisselingen en opvliegers ga ik liever zonder vetrolletjes en beperkingen te lijf.

Natuurlijk besef ik heel goed dat ik in vergelijking met veel anderen "dun" ben, maar gaat het om die anderen? of gaat het om mij?

Moraal van dit verhaal: volg je eigen koers, het is je eigen leven en je hebt zelf de regie.






photo credit: GdeB fotografeert weight watcher via photopin (license)

woensdag 8 maart 2017

Luister altijd naar je gevoel (en naar je gezonde verstand)

Mijn werkdag zit erop. Ik rijd naar huis over de A16, zoals elke dag. Vandaag loopt het iets anders. 


Ik rijd met een snelheid van ongeveer 110 km per uur. Een eindje voor mij zie ik een zwarte auto om de haverklap wisselen van rijbaan. Hij rijdt niet veel harder dan ik, maar hij doet wel vaag. Van links naar het midden, dan weer naar links, dan naar rechts en het lijkt erop dat hij zich het prettigst voelt met de stippeltjes tussen zijn banden. 

Ik houd de auto een tijd in de gaten en besluit wat meer afstand te nemen, er komen steeds meer auto's tussen de zwarte auto en mijn blauwe minautootje. Iets in mijn waarschuwt me dat het wel eens mis zou kunnen gaan.  Ik kan nog steeds zien wat de zwarte auto doet, hij doet niets anders dan van baan wisselen zonder aanwijsbare reden. Haalt in zonder dat er iets in te halen valt en blijft steeds maar rijden op de stippellijn. Alsof hij niet wil dat iemand hem inhaalt. Zou hij dronken zijn? Ik heb geen idee hoe dronken gedrag in de auto eruit ziet. 

Voor de zekerheid rijd ik iets langzamer, ik ga 85 a 90 rijden op de rechterbaan omdat ik er bijna zeker van ben dat het verderop weleens iets mis zou kunnen gaan. Het stemmentje in mijn hoofd is me aan het waarschuwen en ik kies ervoor om naar mezelf te luisteren. Dan maar in een oma tempo naar huis. 
Op een gegeven moment kan ik de auto niet meer zien, maar nog geen twee minuten later staat alles op de rem en zie ik op de linkerbaan rook verschijnen. Een ongeluk! De zwarte auto is tegen de vangrail aan gereden en is de helft kleiner geworden. Er staan wat auto's met schade eromheen (ik kan niet zien hoeveel), auto's op de vluchtstrook met mensen erin die het ongeluk bestuderen. Er lopen wat mensen om de zwarte auto heen en een man doet zijn best om de bestuurdersdeur open te krijgen. Ik kan niet zien of dit lukt, ik zie vooral een heleboel airbags door donkere ramen van de zwarte auto. Ik zie ook een vrouw die tussen de vangrail staat en haar mobiel op de zwarte auto richt, geen idee of ze aan het filmen is of een foto aan het maken is. Onethisch vind ik dit. 

Ik rij door, maar merk even later dat ik knikkende knieën heb en trillende benen. Mijn hartslag gaat even omhoog. Ik ga er vanuit dat het van opluchting is. Het lijkt erop dat ik mezelf gered heb, of in ieder geval mijn auto van evt. schade gered heb. En dat op de internationale vrouwendag! Het was even een wijze stem die in mijn hoofd klonk. 

Later las ik op internet dat er gelukkig geen gewonden waren, alleen blikschade dus. Wel lange files, uiteraard. 



Foto:  @broabander via Twitter

maandag 6 maart 2017

Ik heb emigratie schizofrenie

Iedereen die ooit geëmigreerd is zal het kunnen beamen, na een emigratie

 ben je nooit meer dezelfde. Je bent opeens met z'n tweeën (of drieën of vieren, afhankelijk van hoe vaak je verkast bent). Je verandert in de persoon die je bent in je geboorteland en de persoon die je bent in het gastland. 

Als bijna vierjarige ben ik met mijn ouders van Europa naar Zuid-Amerika geëmigreerd. We gingen in een dorpje in Peru op 3800 meter hoogte wonen.

Ik weet natuurlijk bijna niets meer van de begintijd, maar ik weet wel dat verhuizen naar een ander land mij gevormd heeft tot iemand die ik niet was geworden als ik alleen in Nederland was opgegroeid.

Ik ben meertalig opgevoed en bij elke taal hoort een soort van andere persoonlijkheid. Natuurlijk ben ik in de kern gewoon ik, maar bij elke taal die ik spreek hoort een stukje van mezelf dat niet past in een andere taal. Het is alsof ik mezelf aanpas aan het land waar de taal bij hoort.

Twee jaar geleden was ik na een afwezigheid van zo'n 13 jaar weer eens in Peru. Ik verbleef daar een paar weken. De eerste uren was het weer even wennen, de geur, de taal, de mensen, de muziek, het weer, allemaal zo anders dan in Nederland. Toch voelde ik me na een paar uur weer helemaal vertrouwd, alsof ik weer thuis kwam. Ik was van het ene thuis naar het andere thuis gegaan, alleen had ik mijn Nederlandse ik in Nederland achter gelaten. Binnen de kortste keren sprak ik weer probleemloos Spaans en voelde ik me prettig en vertrouwd in het land waar ik als klein meisje zoveel jaren had gewoond.

Lima Peru

Het gekke is dat ik mijn Nederlandse ik niet kan zijn in Peru, en mijn Peruaanse ik niet kan zijn in Nederland. Je moet je aanpassen aan de mensen van de andere cultuur anders is het onmogelijk om in contact te blijven met elkaar. Dus als ik in Peru ben dan laat ik mijn Nederlandse ik hier achter. En hier is weinig van mijn Peruaanse ik te merken (behalve als ik muziek draai, dat is bijna altijd Spaanstalig).


Ik besta dus uit twee personen in een lijf en ik ervaar dat als een rijkdom. Door op te groeien in een andere cultuur heb ik geleerd dat iedereen in de basis gelijk is. Dat je alleen in een ander land kunt leven als je je aanpast aan de cultuur en de gewoontes van dat andere land en diens mensen. Je bent er te gast en je moet een van hen worden en niet andersom. Stel je voor dat ik hier zou verwachten dat iedereen zich aan zou passen aan mijn Peruaanse ik, daar maak ik geen vrienden mee denk ik. Stel dat ik zou willen dat iedereen Spaans met me praat, dat iedereen mijn Peruaanse muziek luistert, dat iedereen granadilla, choclo, palta, cebiche en aji de gallina zou moeten gaan eten. Dat iedereen het Peruaanse volkslied zou moeten kennen en dat er bij voetbalwedstrijden de Peruaanse vlag uit de ramen zou moeten hangen. Stel je voor.......dat zou toch wel gek zijn.

Door mezelf aan te passen aan het land waar ik op dat moment ben word ik een van hen (nooit 100% natuurlijk) en word ik voor mijn gevoel sneller geaccepteerd als gelijkwaardig medemens. Door me aan te passen aan de mensen in Nederland en aan de gewoontes in dit land zien mensen mij als Nederlander. Toch voel ik me niet 100% Nederlander, maar als het goed is merken anderen daar niet veel van. Of toch wel?....

Amsterdam Nederland 


Er zijn gewoontes in Nederland die ik mezelf nooit eigen zal maken. Verjaardagen bijvoorbeeld. Waarom moet alle visite altijd gefeliciteerd worden met de jarige? In mijn ogen is de jarige dan niet speciaal meer want iedereen wordt gefeliciteerd. Je komt een ruimte binnen en dan zitten daar alle mensen in een rondje bij elkaar en je moet iedereen een hand geven en zeggen:" Hallo. Gefeliciteerd". Ik zal daar nooit aan wennen en vind het net zo ongemakkelijk als in het begin toen ik hier pas woonde. Als ik er even onderuit kan komen dan doe ik dat. Ik roep dan maar:" Iedereen gefeliciteerd!" en alleen de jarige krijgt van mij een hand of kus en een cadeautje.

In Peru zal ik nooit wennen aan de massale gewoonte om nooit op tijd op een afspraak te verschijnen. Als je om zeven uur met iemand afspreekt dan is het heel normaal dat de afspraak pas om acht uur begint. Ik zal dan toch om zeven uur klaar staan, om vervolgens een uur de tijd te moeten doden met heen en weer lopen, ijsberen en mezelf te ergeren.

Door te emigreren heb ik emigratie schizofrenie gekregen  (zelfgekozen woord), maar dan wel op een positieve manier. Ik zie alleen maar voordelen. Het heeft me geleerd om flexibel te zijn en zonder moeite met allerlei culturen om mij heen te kunnen leven zonder daar steeds bij na te hoeven denken.

Ik ben mijn ouders dankbaar voor de emigratie van 48 jaar geleden!

Monika Eberhart