donderdag 24 augustus 2017

Het is poep, het is pies en dat is best wel vies

Ze is ergens begin 70 en heeft gevorderde dementie. Ze weet niet meer wanneer ze naar het toilet moet, ze herkent dat gevoel niet meer. Na het middageten help ik haar, zoals gewoonlijk, naar het toilet om te plassen. Vandaag verloopt het echter anders dan normaal. 


Ik mag haar Lotte noemen en hoef geen mevrouw te zeggen. Dat vindt ze niet fijn. Ze luistert ook beter naar Lotte dan naar mevrouw. 
Na het middageten helpen wij Lotte altijd naar het toilet. Vandaag was dat niet anders. Ik geef haar een hand en vraag of ze mee wil gaan. 'Waar gaan we heen?' vraagt ze op een onrustige toon. 'Naar de w.c. om te plassen" geef ik als antwoord. Hand in hand lopen we naar de w.c. Ik doe de deur open en ze vraagt 'moet jij?'. 'Nee, ik hoef niet. Jij mag even gaan plassen als je moet'. Ze wijst naar haar broek en met haar blik vraagt ze of ze die naar beneden moet doen. Ik knik 'doe maar naar beneden'. Ze kijkt om zich heen. Ze lijkt zich af te vragen waar ze moet gaan zitten. Ik snap dat wel.
Wij werken hier met mensen met gevorderde dementie en op die w.c. is alles wit, spierwit. De pot is wit, de bril is wit, de steunen zijn wit, de kast is wit, de muur is wit, de wastafel is wit, de wasmand is wit...... Gelukkig is de vloer lichtgrijs. Dat is dan ook meteen het enige dat een andere kleur heeft. Waarom heeft niemand bij de inrichting van dit toilet bedacht dat mensen met dementie kleurcontrasten nodig hebben om voorwerpen te herkennen? Na ja, het heeft geen zin om daar nu moeilijk over te doen. Het is zoals het is.

Ik help Lotte om op de w.c. te gaan zitten. Ze werkt een beetje tegen en kijkt me angstig aan. Ik houd haar twee handen vast en zeg dat ze kan gaan zitten, dat ik haar vasthoud. Ze gaat zitten. 
Normaal gesproken komt de plas vrijwel meteen, maar niet deze keer. Lotte wiebelt onrustig heen en weer en gaat met haar hand tussen haar benen. Ze grijpt naar achteren en zegt' daar is het'. Ik heb niet meteen in de gaten wat ze aan het doen is. 'Houd maar niet vast, leg je hand maar op je been'. Ze begint op haar buik te duwen en laat me haar schaamhaar zien. Ze trekt aan de haartjes. 'Dat is je schaamhaar Lotte, laat dat maar zitten. Dat zit vast'. Ze gaat weer met haar hand tussen haar benen naar achteren.

Photo by Logan Ripley 
Opeens ruik ik iets. Poep! Lotte's hand komt weer tevoorschijn en er zitten donkere sporen op haar vingers. 'Daar, dat' zegt ze. 'Ik zie het Lotte'. Snel trek ik rubberen handschoenen aan en pak ik Lotte haar hand. Ik maak deze alvast schoon met een nat doekje. Lotte schuift heen en weer op de bril en wil weer gaan staan. 'Blijf nog maar even zitten Lotte, ik denk dat je nog niet klaar bent' zeg ik zo rustig mogelijk. Ik draai de kraan van de wastafel open in de hoop dat ze daardoor gaat plassen. Het lukt. Lotte kijkt tussen haar benen en ontspant. Ze kijkt me droevig, vragend en opgelucht tegelijk aan. 'Het is goed Lotte. Je hebt het goed gedaan. Kom maar staan' zeg ik. Lotte staat op. De bril is niet meer wit en de billen van Lotte zijn besmeurd met ontlasting. In rap tempo maak ik de washand nat met warm water. Ik moet snel zijn want Lotte begint aan haar billen te krabben. Het lijkt te jeuken. 
Terwijl ik haar billen schoonmaak blijkt Lotte nog niet klaar te zijn met het breien van de bruine trui. Een deel komt terecht in mijn hand. Lang leve de handschoen! 
Terwijl ik met mijn neus dicht bij de ongewenste geur hang om Lotte's billen schoon te maken moet ik opeens kokhalzen. Net op dat moment hoor ik Lotte zeggen: 'Ik vind jou lief'. Perfecte afleiding, het kokhalzen houdt meteen op.
Als Lotte weer schoon en fris is vraag ik aan haar of ze haar handen wil komen wassen. Ze weet niet waar ze dat moet doen. De wastafel is wit en Lotte lijkt de wastafel niet te herkennen. De kraan is al helemaal onmogelijk te bedienen. Een moderne kraan met een grote hendel die van links naar rechts gaat. Ik pak haar handen en begeleid ze naar de kraan. Ik doe wat zeep op haar handen en op die van mij. Samen wassen we onze handen. We staan heel dicht bij elkaar, tegen elkaar aan. Opeens op een onverwacht moment krijg ik een kus op mijn wang. Lotte leunt even met haar hoofd tegen mijn schouder en zegt: 'Lief'. Ik smelt.


Handen afdrogen gaat op dit moderne toilet ook niet vanzelf. Het witte vierkante apparaat dat aan de muur hangt is vreemd voor Lotte. Ik trek er een aantal witte papieren vellen uit en droog daarmee Lotte haar handen. Ik controleer meteen haar nagels, of ze nog wel wit zijn. 
Poep en pies. Het is allebei vies, helemaal als het van iemand anders is. Ik zal aan dit deel van werken in de zorg nooit wennen, maar zolang ik in de zorg werk zal ik het blijven doen. Voor Lotte en alle andere mensen met dementie die mijn hulp nodig hebben.

Lotte volgende week gaan we weer samen naar de w.c. 

Monika Eberhart

P.S. Meneer Rutte, komt u ook een dagje helpen? 

6 opmerkingen:

  1. Prachtig en respectvol geschreven en zo ontroerend meteen.
    Ook heel herkenbaar, mijn moeder heeft alzheimer.
    Ik maak ook met liefde de wc pot en haar handen schoon als zij er is geweest en verdwaasd naar haar bruine handen kijkt. Ik behandel haar met respect en liefde om wie zij nu is, maar soms is het ook zo ontzettend verdrietig om nooit meer de moeder te hebben die je had. Liefs Lummy

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heel veel sterkte met de zorg voor uw moeder. Het is niet makkelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goed en herkenbaarstuk... en die titel die past er gewoon goed bij. Het dekt de lading en trekt aan om te lezen. En het is inderdaad gewoon best wel vies maar net als jij weet ik dat dat bij mijn werk hoort en voor die kleine geluksmomentjes daar doe je het voor.

    BeantwoordenVerwijderen