woensdag 23 december 2020

Kerst 2020

 We naderen het einde van een heel gek jaar. Een jaar met een onverwachte wending voor iedereen omdat er opeens een virus opdook, Covid-19. Het zette de hele wereld op zijn kop! In deze decembermaand wil ik mijn kerstgedachte van dit jaar met jullie delen. 



Photocredit Michael Fenton


Het is weer tijd voor een huisbezoek bij mw. T. Elke 6 a 8 weken ga ik op bezoek om te kijken hoe het met het echtpaar gaat. Met mw. vanwege haar Alzheimer en met dhr. vanwege de overbelasting waarmee hij te maken krijgt omdat hij voor zijn vrouw zorgt. 

Het echtpaar T. heb ik zo'n anderhalf jaar geleden leren kennen. Zij maakten beiden vanaf het eerste moment heel veel indruk op mij. Tijdens de eerste ontmoeting viel mij vooral op hoeveel liefde deze twee mensen voor elkaar voelen en met elkaar delen. 

Terug naar anderhalf jaar geleden

Ik bel aan en een vriendelijke dame met een verlegen glimlach doet open. Achter haar staat een grote, statige man die mij met een warme blik welkom heet. Ik krijg vrijwel meteen een kopje koffie aangeboden en de sfeer is direct ontspannen. Ik vraag van alles en krijg op alles uitgebreid antwoord. Mw. heeft Alzheimer, maar het gaat allemaal nog heel goed. Ze is wat vergeetachtig maar ze doen alles samen en vullen elkaar waar nodig aan. Ze zitten naast elkaar, hij slaat zijn arm om haar heen en zij pakt liefdevol zijn hand. Af en toe kijken ze elkaar aan, in mijn gedachten vergelijk ik ze met tieners en hun puppy love. 

Na de koffie krijg ik een rondleiding door hun huis. Er staat een prachtige Jukebox uit de jaren vijftig. Ik kan het net laten om op die knopjes te drukken, maar mijn handen jeuken. Ik hou van nostalgie. 
Ik mag ook boven kijken, mw. laat mij alle kamers zien. Het valt mij op dat in de slaapkamer een vrij smal   bed staat, ietsjes groter dan eenpersoons. Ik concludeer dat ze niet meer samen in een bed slapen, wat ik wel vaker meemaak bij oudere stellen waarvan een van de twee ziek is. 

Eenmaal weer beneden aan de eettafel zie ik allemaal mooie afbeeldingen en lieve teksten aan de lamp hangen. Dhr. legt uit dat elke afbeelding of stukje tekst een speciale betekenis heeft. Alles staat op een of andere manier symbool voor liefde. Liefde voor elkaar, liefde voor de kinderen, liefde voor de kleinkinderen, liefde voor vrienden, liefde voor de medemens, liefde voor de natuur, liefde in het algemeen. We praten over de liefde. Ze kijken eerst elkaar aan en daarna met een ondeugende blik naar mij. "Je hebt het bed boven gezien he?, daar slapen we al bijna 50 jaar samen in!". Ik weet niet wat ik hoor!. Kun je zoveel van iemand houden dat je bijna 50 jaar lepeltje lepeltje een een smal bed slaapt? Ja, dat kan dus. En dan gaat hij verder met zijn verhaal "Wij ontbijten ook al bijna 50 jaar samen in dat bed, daar komt niets tussen. Pas als we samen in bed ontbeten hebben staan wij op". 




Terug naar gisteren

Vandaag is het ook weer mw. die de deur open doet, zoals altijd eigenlijk. Ze lacht vrolijk, maar verbaal komt ze niet verder dan "hallo". Ik heb het idee dat ze mij wel herkent, ze is inmiddels gewend aan mijn bezoekjes. 
Photocredit Guilian Fremaux


Als ik de woonkamer binnen kom galmt er muziek uit de Jukebox! Dhr. heeft het alvast aangezet voor als ik zou komen, hij had al eens beloofd dat ik er een keer naar zou mogen luisteren. Ik krijg, zoals altijd, koffie aangeboden. Ik ga op de bank zitten, op afstand want het virus dat de wereld in zijn greep houdt is ook van invloed op de huisbezoeken. Dhr. zorgt dat mw. ook op afstand blijft. Ze vindt het echter moeilijk om te blijven zitten. Haar Alzheimer heeft haar in de greep en ze wil vooral weg, ergens heen zonder te weten waar naartoe. 

Terwijl mw. wat onrustig heen en weer loopt vertelt dhr. hoe het met hem gaat. Hij vindt het steeds zwaarder worden. Binnenkort zal mw. naar een dagopvang gaan om dhr. wat lucht te geven. Als ik begin over eventueel inschrijven in een verpleeghuis dan wil hij daar nog niets van weten. 

Mw. gaat naast hem zitten. Ze heeft de sfeer opgevangen en voelt haarfijn aan dat haar man haar nodig heeft. Ze houden elkaars hand vast. Alzheimer heeft veel aangetast, maar niet hun liefde voor elkaar. 

Dhr. vertelt dat ze niet meer samen in bed kunnen ontbijten, dat vindt hij moeilijk om te accepteren en hij is  erg van slag ervan geweest. Ze eten nu wel samen beneden aan tafel, maar dat is niet hetzelfde. 

Terwijl we praten klinkt er kerstmuziek uit de Jukebox. De Wiener Sängerknaben met Oh du Fröliche. Het brengt mij in gedachten terug naar mijn kinderjaren, de kerstmuziek uit mijn jeugd. Ik wordt wat nostalgisch, beetje weemoedig. Mijn laatste kerst met mijn ouders is inmiddels 42 jaar geleden. Ik verman mezelf om niet mee te gaan in het gevoel van gemis. Er zijn ergere dingen in het leven, ziek zijn bijvoorbeeld. Of geen ouders meer hebben omdat ze overleden zijn. 

Dat ik op deze dag op huisbezoek ben, zo vlak voor Kerst, is geen toeval. Ik heb het expres zo afgesproken omdat dit echtpaar elk jaar meer dan 300 kerststallen in huis heeft. Het is elk jaar een soort museum waar ik mijn ogen uit kijk. Elke kerststal heeft een eigen verhaal. Mw. wil er van alles over vertellen, maar komt niet uit haar woorden. Dhr. gaat bij haar staan, hand in hand helpt hij haar om haar gedachten te verwoorden. Samen vertellen ze verschillende verhalen over de kerststallen, waar ze vandaan komen en hoe zij eraan gekomen zijn.

Deze twee mensen zijn zo'n twee-eenheid, een voorbeeld voor velen als het gaat om houden van, om respect, om elkaar accepteren zoals je bent. Als iedereen zo in het leven zou staan zoals dit stel dan zou er overal vrede zijn, zouden oorlogen niet bestaan en zou iedereen blij door het leven gaan. 

Mw. is ondertussen zo onrustig geworden dat ze eigenlijk wil dat ik wegga zodat ze kan gaan wandelen. Als ik zeg dat ik naar huis ga zodat zij op pad kan kijkt ze mij blij aan en zegt: "Jij bent lief". Ik zeg dat ik over een paar weken wel weer terug kom. Dat mag.

Vlak voor ik weer vertrek krijg ik een kerstkaart in mijn handen gedrukt. Een kerstkaart met daarin een verhaal. Een verhaal geschreven door de kleindochter. Ook weer zoiets bijzonders. Ik neem het dankbaar aan. 
Ik ga de deur uit en roep: "Ik ben jaloers op die jukebox!" "Dat mag", aldus dhr. 

In de auto kom ik tot de conclusie dat er maar twee dingen belangrijk zijn in het leven: Liefde en gezondheid. Deze mensen hebben wel de liefde, heel veel liefde, maar helaas niet de gezondheid. Ik word verdrietig bij de gedachte dat dhr. op een dag afscheid zal moeten nemen van zijn grote liefde. Dat er een dag gaat komen dat hij helemaal alleen in het eenpersoonsbed zal moeten slapen.

Mijn conclusie, mijn kerstgedachte: Liefde en gezondheid hebben we nodig. Niet al die kilo's eten en al die dure cadeaus. 
Dit jaar kunnen we kerst niet vieren zoals we zouden willen, maar we kunnen wel van elkaar houden en voor elkaar zorgen. 

Fijne Kerstdagen allemaal en stay safe!



Monika Eberhart 



dinsdag 24 maart 2020

En dan zit je opeens vast in Peru

Peru, mijn thuisland. Mijn moeder woont al 51 jaar in dit land. Door omstandigheden kan ze mij niet meer bezoeken dus ga ik bij haar op bezoek. Zo ook dit jaar. Om haar te helpen. Als ik hier ben kan ik beter zien wat ze nodig heeft. En omdat ze jarig was! Altijd fijn om dat bloemetje toch zelf te kunnen geven. 

Ja er was Corona in Europa toen wij (mijn vriend en ik) op reis gingen. Nee er was geen negatief reisadvies. In Peru was er nog niets aan de hand. Toen wij hier aankwamen was er een besmet persoon in Peru. Op het vliegveld werd je niet nagekeken, er werd geen koorts gemeten. Niets wees er begin maart op dat wij hier vast zouden komen te zitten.

We kwamen in Trujillo aan en we gingen de dag daarna drie dagen de bergen in naar het dorpje waar ik als kind opgegroeid was. Vrienden van vroeger namen ons mee. Een fantastische trip vol jeugdherinneringen. Na 45 jaar weer in je ouderlijk huis rondlopen op een hoogte van 3800 meter was een hele unieke ervaring.

Na terugkomst in Trujillo vooral bezig geweest met tijd en aandacht te geven aan mijn moeder. Een mobiele telefoon voor haar geregeld (haar eerste) om makkelijker met familie in Nederland te kunnen communiceren en om haar in de familie app toe te kunnen voegen.
Haar verjaardag gevierd, haar mee uit eten genomen en haar vooral opgevrolijkt in haar soms eenzame bestaan hier.

23 maart zouden wij teruggaan naar Nederland. Toen we hoorden dat er maatregelen aan zaten te komen i.v.m. De Corona hebben wij meteen onze vlucht vervroegd naar 18 maart. Op 15 maart kwam de president met de mededeling dat vanaf 16 maart het land op slot zou gaan voor de duur van twee weken. Geen tijd meer om te vertrekken.

16 maart
Alles dicht, alles stil! Wij zitten gelukkig in een hotel waar ook de eigenaar en zijn familie woont. We zijn de enige gasten en zij zorgen heel goed voor ons. Alleen mogen wij van hen niet de straat op. We zitten letterlijk opgesloten. Maar we zijn veilig, hebben een goed bed en eten en drinken. Wel allebei last van onze maag en darmen. Zal met ander eten en zenuwen te maken hebben.
Gelukkig spreek ik vloeiend Spaans en ken ik dit land en de cultuur, mentaliteit. Daarom houden wij ons streng aan de opgelegde regels.

We hebben ons in de laatste dagen overal geregistreerd waar het maar moest. Ambassade, Peruaanse overheid, Nederlandse overheid en we zijn lid van de Peru lockdown groep waar heel veel mede gestrande Nederlanders in zitten.

Onze kinderen, familie en vrienden leven volop mee. Wij moeten hier wachten tot we door repatriëring opgehaald worden. Door de vele beperkingen in dit land is niet bekend wanneer dit zal zijn. Er mag hier op het militaire vliegveld maar een vliegtuig per dag landen om toeristen op te halen. Daarbij eist de president dat we na aankomst in Lima binnen twee uur in een vliegtuig het land uit zitten. Dit is logistiek wel en dingetje, de Nederlanders zitten verspreid door heel Peru. Overheden in Europa moeten in deze samenwerken.
Wij proberen de dagen te slijten door in het hotel te helpen, wasjes te doen, films kijken, uren op de telefoon zitten, spelletjes te doen enzovoorts.

En mijn moeder? Zij woont hier om de hoek en komt af en toe op bezoek en brengt dan iets uit de winkel mee. Ze mag maar tot aan het hek komen. Nu kunnen we elkaar nog af en toe zien, aanraken mag niet. En dan komt straks het moment dat wij eindelijk terug mogen. Dan laat ik haar weer achter in een arm land waarvan ik hoop dat hier geen Corona epidemie komt......

Vandaag maakte ze een foto met haar nieuwe mobiel.


dinsdag 19 juni 2018

Ik moest huilen, omdat het mensonterend is

Ik werk in de zorg, op een dagactiviteitencentrum voor mensen met dementie. Bijna elke dag is het er leuk, gezellig, vrolijk en ben ik dankbaar dat ik met deze mensen mag werken, dat ik ze een leuke dag mag bezorgen. Maar vandaag was het een hele verdrietige dag. Vandaag moest ik machteloos aanhoren hoe mensonterend de zorg in Nederland ook kan zijn. 


Dit verhaal gaat over Karel

Karel is 84 jaar en komt al jaren wekelijks bij ons op bezoek. De laatste jaren komt hij twee keer per week. Karel is onze Archie (Bunker) van de groep. Hij houdt van mopperen, niets is goed en iedereen is stom en raar. Maar Karel krijgt ook een grote glimlach op zijn gezicht als hij uit de bus stapt en ons bij de deur ziet staan. Karel geeft ook wel eens een complimentje. Karel maakt ook grapjes. Hij is dol op onderonsjes met de andere mannen van de groep. Hij wijst met plezier naar de dames met de lekkere kontjes en zwaait naar buiten als er een "lekker ding" langs komt. Karel is gewoon Karel, een getrouwde man met kinderen. Zo'n mopperaar met een hart van goud, u kent ze vast wel dat soort mannen. 

Eind vorige week bleek het niet zo goed te gaan met Karel en moest hij in het ziekenhuis opgenomen worden. Zijn vrouw liet ons weten dat ze niet wist hoe lang het zou duren, maar zodra hij thuis zou komen zou ze het laten weten. 

Vandaag belde de vrouw van Karel weer en ze vertelde dat hij niet meer terug zal komen. Karel ligt nog in het ziekenhuis, maar zal daarna opgenomen worden in een verpleeghuis op een gesloten afdeling. Ik vroeg aan haar hoe het nu met hem gaat (had ik dat maar niet gedaan). 

Mw. vertelt dat haar man de weg kwijt is en dat hij onhandelbaar is voor het personeel van het ziekenhuis. Ze hebben haar toestemming gevraagd om hem vast te mogen binden. Dit heeft ze gegeven (zonder te weten wat de gevolgen zouden zijn vermoed ik zo). Met deze toestemming heeft het ziekenhuis ervoor gekozen om Karel 12 uur per dag vast te binden in een rolstoel! 12 uur lang!!!! Karel die zo graag vrij en zelfstandig is, die zo lekker eigenwijs zijn eigen gang wil gaan. De man die bij ons zonder begeleiding naar het toilet ging, de man die zelfstandig zijn broodtrommel uit zijn tas haalde en op tafel legde. Karel zit vastgebonden en om het leed te verzachten zet het personeel de rolstoel zo neer dat hij naar de konijntjes kan kijken. 



Ik kan mijn oren niet geloven, ik krijg overal kippenvel en begin aan de telefoon te huilen. Het kost me moeite om dit niet aan mw. te laten merken. Om naar de konijntjes te kijken???? Karel houdt helemaal niet van konijntjes! De playboy moet je voor hem neerleggen en je moet iemand regelen die hem aandacht geeft, iemand die hem kent, iemand die gesprekken met hem voert en hem gelijk geeft ook al heeft hij dat niet. Waarom belt zo'n ziekenhuis niet even naar ons op om te vragen hoe wij met hem omgingen? 
Zijn vrouw vertelt dat ze het wel voor elkaar gekregen heeft dat hij los mag als zij bij hem op bezoek is. Goh, hij mag af en toe los wat een eer! 

Nadat ik het gesprek heb afgesloten laat ik de tranen maar even gaan. Ik visualiseer hoe Karel 12 uur lang vastgebonden zit in een rolstoel, maar het gaat mijn voorstellingsvermogen te boven. Mijn vriend Karel met wie ik zoveel gelachen heb, die ik zo vaak samen met mijn collega's blij wist te maken met aandacht en begrip. Karel die zei dat hij nooit bier dronk, maar oh zo kon genieten als we het toch gaven. Het is niet eerlijk! Niemand mag zo lang vastgebonden worden. Zelfs dieren doe je dit niet aan. 

Ik kan niets voor Karel doen, alleen dit verhaal delen en hopen dat mensen die de opdracht tot vastbinden uit moeten voeren zo wijs zijn om daar tegen te protesteren. 

Ik dacht dat vastbinden niet meer van deze tijd was, maar blijkbaar is het toch de makkelijkste oplossing. Makkelijker dan investeren in personeel dat weet, of leert, hoe ze om moeten gaan met mensen met dementie. 

Zou bovenstaande ook een gevolg zijn van de bezuinigingen in Nederland? Ik hoop het niet, maar ik vrees het ergste.........

Tegen Karel wil ik alleen maar zeggen: Geef op, dan ben je weer vrij. 


Monika Eberhart 


Photo by Atik sulianami on Unsplash

zondag 14 januari 2018

Zuster u heeft meer tijd nodig voor administratie dan voor de klant

Sinds een paar weken werk ik weer in de wijk als verzorgende IG. Als tweede baan een paar dagen per maand. Het is spannend, heel spannend. Al die nieuwe regeltjes, kan ik daar wel mee omgaan? 


Na een aantal jaar ben ik weer begonnen met werken in de thuiszorg als verzorgende. De eerste keer dat ik weer alleen een route moest lopen was ik zenuwachtiger dan ik had verwacht. Zou ik bij iedereen op tijd zijn? Zou ik elk adres in een vreemde stad weten te vinden? Gaan mensen me binnenlaten? Gaat het me lukken om met de telefoon te rapporteren? Kan ik die voorbehouden handelingen wel zonder de begeleiding naast me? Ga ik geen fouten maken? Vergeet ik geen sleutels? Wat als ik autopech krijg?..........

Ik ben nu een paar weken, en een paar routes, verder en het is me gelukkig meegevallen. Even wennen aan het feit dat ik in een uniform over straat loop en dat iedereen je dan zuster noemt. Maar verder is het eigenlijk een feestje om weer zoveel voor mensen te mogen betekenen die zorg nodig hebben.

Zuster u heeft meer tijd nodig voor administratie dan voor de klant

Het meest gehoorde zinnetje in de afgelopen weken was: "Zuster, u heeft meer tijd nodig voor de administratie dan voor de klant". Elke keer als een cliënt deze woorden hoor uitspreken krijg ik een steek. Ik ervaar nu elke keer weer de gevolgen van die suffe bezuinigingen en onnodige regels.

Dhr. Bruinsma

Zo kwam ik afgelopen zaterdag bij dhr Bruinsma. Op oudjaarsdag was ik daar ook geweest, toen moest ik nog zorg leveren aan dhr. en mw.  Afgelopen zaterdag was het alleen nog maar dhr. Zijn echtgenote was een paar dagen ervoor overleden en zaterdag zou ze begraven worden.

Als ik binnenkom zie ik daar een oude man met diep, diep verdriet voorovergebogen aan tafel zitten. Ik hoef hem alleen maar te helpen met zijn steunkousen aan te doen en heb daar precies 10 minuten de tijd voor (wat natuurlijk makkelijk haalbaar is).
Ik geef dhr. een hand en condoleer hem met het verlies van zijn vrouw. Hij blijft mijn hand vasthouden en begint vrijwel meteen te huilen. Ik ga bij hem zitten, blijf zijn hand vasthouden en vraag wat er gebeurt is.
Hij vertelt huilend zijn verhaal, hoe zijn vrouw toch heel onverwacht is overleden en dat  ze 61 jaar getrouwd waren. Vorig jaar hadden ze nog een groot feest gehad ter ere van 60 jaar huwelijk. Hij glundert door zijn tranen heen als hij over haar praat. Ik kan het niet over mijn hart krijgen om hem te stoppen omdat we al 10 minuten verder zijn.
Ik besluit om letterlijk schijt (dat mag ik natuurlijk niet zeggen) te hebben aan de regels en kies ervoor om met aandacht naar dhr. luisteren tot hij vindt dat hij klaar is. Pas daarna zeg ik: "zal ik u helpen met uw steunkousen". Hij dept zijn ogen droog en zegt: "Oh ja, daar kwam je voor he?".

25 minuten later verlaat ik het huis van dhr. Een kwartier langer dan toegestaan, maar dat kan me niks schelen. Ik voel onverwachte boosheid. De overheid bepaalt toch zeker niet hoeveel aandacht ik mag besteden aan de mensen waar ik voor moet zorgen?. Luisteren en troost bieden is ook kwaliteit leveren.
Naast boosheid voel ik ook trots en geluk. Trots op mezelf dat ik eigenwijs ben ik gelukkig dat ik iemand voor heel even een fijn gevoel hem mogen geven.

Wat de regels in de zorg ook zijn, als ik voel dat ik er vanaf moet wijken omdat het beter is voor mijn medemens dan zal ik dat altijd doen.

Rust zacht mw. Bruinsma en weet dat uw man heel veel van u houdt.


Monika Eberhart



Photo by Roman Kraft on Unsplash

maandag 4 december 2017

Lang leve het levensboek

Het levensboek kan van levensbelang zijn voor mensen met dementie. Het helpt om herinneringen levend te houden en is een hulpmiddel om tot een gesprek te komen. 


Dhr. Jansen is 75 jaar en heeft vasculaire dementie. Hij bezoekt ons dagactiviteitencentrum twee keer per week. Hij is er altijd op de dagen dat ik ook werk, dus we beginnen een band te krijgen. 

Dhr. Jansen heeft altijd een rugzak bij zich met daarin zijn kleurboek voor volwassenen, kleurpotloden, leesbril en cd's die hij graag luistert als hij aan het kleuren is. 

Vandaag heeft dhr. een dik boek bij zich. Hij laat het met een grote glimlach zien en zegt:' Dit heeft mijn vrouw voor mij gemaakt, dit is mijn geheugen'.  Ik spreek met dhr. af dat we 's middags samen in zijn boek gaan kijken. Hij stopt het terug in zijn rugzak en zet deze naast zijn stoel neer. Hij verliest zijn tas niet uit het oog. 

'S middags, als een aantal mensen naar deel drie van Sissi aan het kijken is, ga ik in een andere ruimte zitten met meneer Jansen en vraag ik of hij zijn boek wil laten zien. Hij komt naast me zitten en legt het boek voor me neer. Een dik wit boek met een mooie roze strik om het dicht te houden. 
Als ik het boek opendoe zie ik dat het helemaal vol zit met foto's en verhaaltjes. 

Het boek begint met het levensverhaal van dhr. Ik lees hoe zijn leven van geboorte tot vandaag verlopen is. Ik lees wat stukjes voor en hij vult het verder voor mij aan. Dhr. vertelt over zijn ouders, zijn broers en zussen, zijn vrouw, zijn banen, verhuizingen en over het werk van zijn vrouw. Hij vertelt ook dat zijn vrouw en hij geen kinderen hebben en dat ze daarom veel gereisd hebben. 'Staat allemaal hierin, kijk maar eens naar de foto's' zegt hij. 

De eerste foto is een babyfoto van dhr. Een schattige zwart/wit foto waarin dhr. vooral aan zijn oren kan herkennen. Ik vergelijk de oortjes van de baby met die van hem, waarop hij zegt: 'Je moet niet naar de oren kijken. Je moet naar de ogen kijken, daaraan kun je iemand altijd herkennen. Aan de blik'.  

Er komen verschillende foto's voorbij. Een foto van een hele knappe man van 24 jaar en daarna trouwfoto's van een trotse man met zijn bruid. Dhr. heeft bij elke foto een verhaal en haalt de ene herinnering na de andere op. 

Als de reisfoto's beginnen dan bloeit dhr. helemaal op. Hij is op de meest interessante plekken op aarde geweest. Van Syrië tot het verre noorden. Bij het aanhoren van zijn verhalen krijg ik gewoon zin om te gaan reizen. Vol passie vertelt hij over zijn avonturen. 

Ik vraag aan dhr. welke plek hij mij aan zou raden voor mijn volgende reis. 'Blader maar even door' is zijn antwoord. Ik kom terecht bij een prachtige foto van water omgeven door heel veel natuur. Dhr. legt zijn vinger erop en zegt uit volle borst:' DAAR moet je naartoe, De Azoren!'. Vol bewondering kijk ik naar de foto en laat het op mij inwerken. Op de foto zie je dhr. zitten die uitkijkt over het water. Volgens dhr. is dat het mooiste plekje op aarde. 
Ik zet het op mijn bucketlist. 



Als wel klaar zijn met het doornemen van het boek strik ik het lint weer dicht en geef het boek terug aan dhr. Hij neemt het boek van mij aan en zegt:' Mijn geheugen. Ik ben zo blij dat mijn vrouw dit voor mij gemaakt heeft'. 

Ik hoop dat dhr. Jansen nog heel lang plezier zal hebben van zijn boek en dat iedereen die met hem te maken zal krijgen in de jaren die komen gaan samen met dhr. in zijn levensboek gaat bladeren. En vooral ook naar zijn verhalen gaat luisteren, zolang hij ze vertellen kan. 

Iedereen met dementie zou een levensboek moeten hebben, het maakt communiceren voor zorgverleners zoveel makkelijker. 


Monika Eberhart 


Photo by Angela Compagnone 

maandag 16 oktober 2017

Seksuele intimidatie

De media raakt voller en voller met berichten over seksuele intimidatie. Beroemde mannen, grote namen, die zich vergrijpen aan vrouwen en hiermee misbruik maken van hun macht.  Dankzij actrice Alissa Milano is #metoo is trending op Twitter. Vrouwen twitteren massaal over seksueel geweld. Ook mijn twitter heeft #metoo gekregen. 




Nee, ik ben geen slachtoffer van seksueel geweld en ik ben ook nooit seksueel misbruikt. Maar ik  heb wel vervelende dingen meegemaakt als het gaat om seksuele intimidatie. Met mij waarschijnlijk heel veel vrouwen op de wereld, zo niet de meeste. Van die kleine dingen waar je niet over praat omdat je denkt dat het niet zo erg is. Maar als je erover na gaat denken (wat je jammer genoeg pas decennia later doet) dan is elke vorm van ongewenste aanraking onwenselijk. 

Ik ben in mijn jonge leven heel wat nagefloten, gepsssst, nagelopen en (per ongeluk) aangeraakt. Dat vond ik niet zo dramatisch, heb er geen trauma aan overgehouden in ieder geval. In wist niet beter of het hoorde erbij. Het begon al toen ik elf jaar was. Wij woonden naast een restaurant, als ik me goed herinner waren er rond het huis meerdere restaurants en elke dag als ik rond half twee uit school kwam zaten er oudere mannen (geen idee hoe oud, maar op die leeftijd vindt je 18 al oud) die dingen tegen me zeiden waarvan ik niet wist wat het betekende. Dat het niet netjes was dat had ik wel door, vieze oude mannetjes. Dit alles onder het genot van de galmende Paloma Blanca van George Baker, dat was toen een grote hit in Zuid Amerika. 

Jaren later, toen ik ergens begin twintig was, ging ik op vakantie naar Zuid Amerika. Er was niets veranderd, er werd nog steeds gefloten, gepssssst, nagelopen en geroepen. 

Toen ik op een dag in een overvolle bus naar de stad ging kreeg ik voor het eerst te maken met ongewenst lichamelijk contact. 

Terwijl ik me probeerde staande te houden in een overvolle bus voelde ik opeens iets hards tegen mijn been duwen, Toen ik omkeek stond daar een man met volle kracht tegen me aan te rijden. Ik heb me omgedraaid en mijn been omhoog gedaan waardoor de man opeens een stukje kleiner werd. Bij de eerst volgende halte stapte hij uit. Toen de bus verder ging begon ik opeens te trillen en werd ik overvallen door angst. Zo tussen tientallen mensen, getuigen, was het dus mogelijk om door een man lastig gevallen te worden. Niemand had iets in de gaten. 
Later leerde ik dat dit soort acties door mannen vallen onder de noemer aanranding. 

Tijdens diezelfde vakantie ging ik een avond op stap met vrienden en kreeg ik van mijn moeder het volgende wijze advies:

' Fijne avond kind. Geniet ervan, maar ga niet de Lambada dansen met vreemde mannen!' 


Tegen elke meisje zou ik willen zeggen: Dans alleen de Lambada met je eigen vriendje. 

Tegen elke jongen zou ik willen zeggen: Nodig nooit een vreemd meisje uit om de Lambada met je te dansen. 


                                                                      De Lambada 



Seksuele intimidatie moet stoppen, elke vorm van ongewenst contact is een no go. 



Monika Eberhart 

zondag 15 oktober 2017

De charme van de broeder

Omdat ik binnenkort weer in de thuiszorg aan het werk wil als verzorgende IG mocht ik vorige week twee routes met collega's meelopen. Tijdens de avondroute mocht ik met 'broeder' Johan mee. 



De route begon om zeven uur. Ik was er helemaal klaar voor. Avondeten en koffie had ik al op en met de dopper en een tussendoortje in de tas gingen Johan en ik op pad. 

Avondroutes in de thuiszorg zijn vaak gezellige routes, dat weet ik uit ervaring. Hier en daar kousen uittrekken, gesprekken voeren over wat er op televisie is, bij de een insuline spuiten en de ander in bed helpen. De diversiteit aan mensen en werk is groot. Dat bleek ook tijdens deze route met Johan. 

Na een aantal gezellige mensen kwamen we bij de dhr. Visser terecht. Dhr. Visser is 97 jaar en woont nog zelfstandig! Een mooie man met een prachtige grijze baard. Volgens Johan wordt hij ook wel de Iglo man genoemd. Persoonlijk vind ik dhr. Visser meer op Lex Goudsmit lijken.

Ik had dhr. Visser een dag eerder tijdens de ochtendroute al ontmoet. Toen was hij vrij stil (net wakker) en liet rustig de nodige zorg over zich heenkomen. 

Tijdens de avondroute trof ik een hele andere meneer Visser aan. Een man met een scherpe geest en geweldige humor.

Het was erg warm bij dhr. in de woonkamer. Johan keek op de thermostaat (25 graden) en we keken elkaar aan en dachten waarschijnlijk hetzelfde. Dit had dhr. meteen door en zei: 'Je hebt er toch niet aan gedraaid he?'.
' Ik zou niet durven! ' zei Johan met een glimlach.
' Dat is je geraden ook, ik bepaal de stand van de knoppen hier want het is mijn huis, als je 97 jaar bent met weinig beweging en vet op de botten dan krijg je het nu eenmaal snel koud'. 
Johan knikt ' U heeft helemaal gelijk!' 
'Nou, dat dacht ik ook', met glunderende ogen en een glimlach. 

Tijdens het innemen van zijn medicatie vertelde  dhr. Visser dat hij last had van vervelende korstjes op zijn oog. Hij zei dat hij het lastig vond om ze weg te krijgen en dat het irriteerde.
- ' Je moet maar eens in je salaris gekort worden als je hier niets aan kunt doen!' aldus dhr. tegen Johan.
- ' Ik zal eens kijken wat ik voor u kan betekenen '
Johan liep naar de keuken en kwam terug met een tube zalf.
- ' Smeer dit maar op de korstjes '
- ' Op mijn oog? '
- ' Doe maar op het randje, waar de korstjes zitten'

Dhr. deed zijn bril af, Johan deed een beetje zalf op zijn vinger en dhr. smeerde dit op de korstjes. Althans, deed hier een poging toe en kwam onder de korstjes terecht, maar dat deed er even niet toe. Hij zette zijn bril weer op en liet het resultaat al glunderend aan Johan zien.
' Helemaal goed. Smeer ook maar wat op het andere oog, daar zitten ook wat korstjes '
Dhr. deed zijn bril weer af en smeerde ook onder het andere oog. Nu had hij twee witte wallen onder zijn ogen. Hij zette zijn bril weer op. Hij zag er tevreden en blij uit.

Johan pakte zijn telefoon om een foto van het resultaat te maken en aan dhr. te laten zien.
- ' Zeg, daar heb ik geen toestemming voor gegeven hé? ' quasi verontwaardigd.
- ' Dat maakt niet uit, kijk maar even hierheen ' Johan en dhr. kennen elkaar duidelijk goed en zijn vertrouwd met elkaar.
Dhr. Visser ging, voor zover mogelijk, rechtop zitten en poseerde parmantig voor de camera. Na een paar mislukte wazige foto's (zo gaat dat met die smartphones, nooit in een keer goed) liet Johan het resultaat zien en dhr. Visser keek tevreden naar het scherm.
- ' Nou, dat is niet slecht! ik val mezelf niet tegen, zie er nog fantastisch uit voor mijn leeftijd. Daar kan ik nog wel een mooie dame mee scoren'. Hij heeft een smile van oor tot oor en kijkt Johan lachend aan.
Ze snappen elkaar.

Deze twee heren hebben duidelijk een 'mannen onder elkaar' contact. Ik zit erbij, kijk ernaar en geniet. Een broeder in de zorg heeft toch een ander contact met mannelijke zorgvragers dan een zuster. Het is een soort "ons kent ons" tussen de heren.

Er waren meer mannelijke cliënten op die avond en bij elke man die we bezochten zag ik hetzelfde ons kent ons contact tussen de broeder en de zorgvrager. Allemaal op hun eigen manier binnen hun eigen beleving.

Ik vind mannen die in de zorg werken een aanwinst voor elke organisatie. Ze zitten toch anders in elkaar dan vrouwen en dat merk je aan de reacties van de cliënten als de broeder binnen komt.
Mannelijke cliënten praten sneller met een broeder over Voetbal en Max Verstappen en de grapjes die ze maken worden sneller begrepen door een "soortgenoot".
Voor dhr. Visser was Johan duidelijk het geniet moment van de dag.


Laten we gaan voor 50/50 in de zorg. Dat lijkt me de perfecte verdeling. Helft mannen en helft vrouwen. En dan heb ik het over de mannen aan het bed en niet de mannen in de directiefauteuils  en aan de bureaus van de raad van besturen. Die voegen niets toe voor de cliënt...........en dat heb ik dan zacht uitgedrukt.


Monika Eberhart